Wat was me dat!? Compleet van mijn sokken geblazen!
Het verhaal: New York, voorjaar 2008. De jonge auteur Marcus Goldman lijdt aan een writer's block, en dat terwijl de deadline van zijn uitgever nadert. Dan wordt in de tuin van zijn mentor, sterauteur Harry Quebert, het lichaam gevonden van Nola Kellergan, die ruim dertig jaar eerder op vijftienjarige leeftijd spoorloos is verdwenen. Op Nola's lichaam ligt het manuscript van de roman die Quebert zijn doorbraak naar het grote publiek heeft bezorgd. Harry Quebert is onmiddellijk hoofdverdachte en zijn beroemde roman komt in opspraak. Overtuigd van de onschuld van zijn grote voorbeeld vertrekt Marcus naar Harry's huis in New Hampshire om de werkelijke toedracht rond de dood van Nola te achterhalen. Maar de waarheid blijkt veel gecompliceerder dan hij dacht.
Op indrukwekkende wijze heeft Dicker een intrigerende moordzaak gekoppeld aan een gevoelig geschreven verhaal over het schrijverschap. Maar ook over onzekerheid. Over ambitie. Over vriendschap. Over liefde. Over het proces van het schrijven en de magie die er omtrent het schrijverschap bestaat. Over de relatie met een té jong meisje. Over de rol van uitgevers en media. Over de literaire wereld in het algemeen. Over een romance. Over een writer's block. Over (mis)interprtaties. Over zo veel meer!
Een verhaal vol onverwachte plottwists. Je valt van de ene twist in de andere. Dicker zet je voortdurend op het verkeerde been. Verschillende verhaallijnen – die blijven boeien - lopen voortdurend kriskras door elkaar. Er wordt voortdurend ook gesprongen in de tijd, soms zelfs in eenzelfde alinea. Op het einde vallen alle puzzelstukjes op een toch wel onverwachte manier in elkaar. Heel filmisch geschreven. Met de nodige humor en sarcasme. Intrigerend. Mooi uitgewerkte karakters. Elk hoofdstuk begint met een raadgeving van Quebert aan Goldman, over het schrijven, over boksen, over de liefde... De hoofdstukken tellen af.
Toen het boek ergens in 2014 het boek van de maand was in DWDD, werd het een “slaapsteler” genoemd. En dat is het ook. Nagelbijtend spannende plot. Een regelrechte pageturner. Dicker grijpt je bij je nekvel vanaf de eerste alinea en laat je niet meer los tot de allerlaatste zin op de allerlaatste pagina. Het boek is zo ingenieus opgebouwd dat je het gewoon niet aan de kant kunt leggen. Het leest als een rollercoaster. Met een verdomde rotvaart.
De romantische dialogen zijn misschien mierzoet en balanceren op de rand van het clichématige, maar dit werkte voor mij niet storend. Integendeel. Ik zat bijna voortdurend te grimlachen.
Eigenlijk is het een boek in een boek in een boek. Je wordt dus meegezogen in alle drie de boeken. Het concept boek-in-een-boek werkt maar zelden. In dit boek werkt het wél, dankzij de nauwkeurige opbouw van Dicker.
Harry Quebert legt me letterlijk de woorden in de mond wat ik van dit boek vond. In de epiloog zegt hij tegen Marcus Goldman: “Hoe goed een boek is meet je niet alleen aan de laatste woorden af, Marcus, maar aan het effect van alle woorden die daaraan vooraf gingen. Ongeveer een halve seconde nadat de lezer het boek uit heeft, als hij het laatste woord net heeft gelezen, moet hij bevangen worden door een hevige emotie: een ogenblik lang moet hij alleen maar denken aan alles wat hij heeft gelezen, dan moet hij naar de omslag kijken en lichtelijk verdrietig glimlachen omdat hij alle personages zo zal missen. Een goed boek, Marcus, is een boek waarvan je het jammer vind dat het uit is.” En, ja, ik bleef even verweesd achter. Heel graag gelezen.
Vijf sterren
Jan Rooms
Geen opmerkingen:
Een reactie posten