dinsdag 26 april 2022

De man die twee keer doodging van Richard Osman

 




‘De man die twee keer doodging,’ is geschreven door Richard Osman. Het is de opvolger van het eerder door hem geschreven ‘De moordclub (op donderdag).’

 

De achterflap belooft de lezer dat de hoogbejaarde speurneuzen van De moordclub (op donderdag) weer terug zijn met een ijzingwekkend nieuw avontuur.

 

Nou had ik zelf nog niet ‘De moordclub (op donderdag)’ gelezen, maar ik wilde mij wel eens wagen aan dit ijzingwekkende vervolg.

 

Waar gaan spionnen heen als ze niet vroegtijdig overhoop worden geschoten? Ze zitten in het Coopers Chase Verzorgingstehuis, althans een deel van hen. En wat doe je dan als ex-spion van MI5? Dan ga je door met speurneuzen, je betrekt er je bevriende mede bejaarden in en start een bejaardenspeurneuzenclub. Deze club bestaat uit een viertal leden, twee dames en twee heren, die geregeld bij elkaar komen in het restaurant van hun verzorgingstehuis om gezamenlijk, onder het nuttigen van de nodige wijn, ‘en passant’ een nieuwe cold case op te lossen.

Dit keer een cold case uit 1981 betreffende de dood van ene Marcus Carmichael, en dit is nu verassend want Marcus Carmichael blijkt alles behalve dood te zijn. Sterker nog, hij heeft een brief geschreven die één van de hoogbejaarde speurneuzen, Elizabeth, via haar ex Douglas in het bezit heeft gekregen. Douglas werkt nog steeds voor de Engelse Inlichtingendienst MI5 en heeft zich aardig in de nesten gewerkt want hij wordt gezocht door de maffia vanwege een aantal gestolen diamanten. Kan het viertal Douglas helpen? Wat is hier nog meer aan de hand?

 

Wat volgt is dit lieve en best vermakelijke boek. Het speurdersclubje blijkt niet te bestaan uit gezapige of knorrige oude van dagen, maar het zijn stuk voor stuk behoorlijk krasse knarren. Bij tijd en wijle valt hun leeftijd zelfs helemaal weg in het verhaal, totdat er weer even de nadruk op wordt gelegd dat het hier toch echt om personen gaat die in de herfst van hun leven zijn beland met de daarbij behorende en onoverkomelijke beperkingen.

 

‘Elizabeth tikt tegen haar hoofd. ‘Mijn paleis heeft veel kamers. Sommige zijn stoffiger dan andere.’

 

Het is prettige geschreven en ook erg toegankelijk voor een breed publiek, denk ik, maar voor mij is het net niet spannend of boeiend genoeg. Het heeft daarbij een nogal hoog ‘babbel’ gehalte waar vooral Joyce zich schuldig aan maakt. Tussen het speuren door gaat het geregeld over taartjes, lipsticks, hondjes enz. Dat heeft mij afgeleid van de rode draad en dat vind ik jammer. Het gegeven, een speurdersclub van bejaarden, is echter leuk gevonden. De vraag is alleen hoe lang dit leuk blijft, en voor welke groep lezers het boek het leukst is. Hoe dan ook, het verhaal is goed uitgewerkt, niet altijd even geloofwaardig maar dat hoeft ook niet, en de plot was toch nog vrij onverwachts en dat heb ik als plezierig ervaren. Over het algemeen is het niet helemaal mijn ding, maar absoluut niet slecht en voor anderen zal dit een plezierig boek zijn. Aan te raden is wel ze op volgorde te lezen, want ik betreurde het geregeld dat ik deel 1 niet eerder had gelezen en daardoor veel achtergrondinformatie van de leden miste.

Op de achterflap wordt er gesproken over ‘een ijzingwekkend nieuw avontuur.’ Dit schept bepaalde verwachtingen, die ik eerlijk gezegd niet heb terug kunnen vinden in het boek. Ik zou het eerder omschrijven als een ‘Cosy Crime.’

 

3,5 inktpotjes

 

Karin K.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zoeken in deze blog

Droom naar de toekomst van Rina Stam

  Droom naar de toekomst is het tot de verbeelding sprekende slotstuk van de spirituele Rode Draad Trilogie   Flora woont alleen in Spanje...