Wanneer de Joodse Elise Calmann, vrouw van de markies Armand Rohan-Polduc, opgepakt wordt door de nazi’s is ze ervan overtuigd dat dit om een misverstand moet gaan. Ze is tenslotte getrouwd met een Franse edelman en ze heeft altijd gedacht dat dit haar voldoende bescherming zou moeten bieden. Helaas blijken de nazi’s daar weinig boodschap aan te hebben. Haar achtergrond als kunsthistoricus is echter haar redding. De nazi’s kunnen haar namelijk goed gebruiken om de inventaris van leeggeroofde Joodse huizen op waarde te beoordelen. Hierdoor blijft transport naar Polen haar bespaard en kan ze in het doorgangskamp Drancy blijven.
‘Laatste lente aan de Seine’
is een historische roman die zich afspeelt in de laatste jaren van de Tweede
Wereldoorlog. Hitlers rijk staat al enigszins op wankelen, de geallieerde invasies
slaan een steeds grotere bres in de verdediging van de nazi’s maar de Fransen
durven nog niet te geloven dat er verandering op komst is. Het Parijs van toen,
waar dit verhaal zich grotendeels afspeelt, was murw geslagen door de
jarenlange oorlog. De sfeer, het moedeloze, spreekt heel duidelijk door het
verhaal heen.
De samenzwering tegen Hitler,
Operatie Walküre ofwel het Juli-complot, is een onderwerp waar ik weinig van
wist. Het is daarom heel interessant om over de aanloop hier naartoe te lezen.
Kuypers heeft dit door middel van deze roman op een heel toegankelijke manier
gedaan. We volgen door de ogen van Max von Trettlow de toenadering van een
aantal hooggeplaatste betrokkenen, en krijgen zo iets mee van de
voorbereidingen die getroffen worden om Hitlers regime te stoppen.
Daarnaast is er het verhaal
van de Joodse Elise Calmann die aan het werk gezet wordt om inventaris van
Joodse huizen op waarde te beoordelen. De twee verhalen van Max en Elise komen
op een bepaald moment heel mooi bij elkaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten