donderdag 21 juli 2022

Interview met Sophia Drenth

 


Zou jij je je kunnen voorstellen aan onze lezers van Boekinkt, die jou nog niet kennen. En we zijn vooral nieuwsgierig naar jouw monsterlijke- en jouw frivole kant.

SD: Hoi lezers van Boekinkt die mij nog niet kennen! Ik ben Sophia Drenth, woonachtig in Amsterdam, schatzoeker op vlooienmarkten en tegelijkertijd notoir ontspuller. Als dat niet een frivole tegenstelling is weet ik het ook niet meer.

Sinds 2014 ben ik full time schrijver, nadat ik werd wakker geschud door een intense nachtmerrie die zou uitgroeien tot mijn boekenreeks, Bloedwetten. De reeks laat zich het best omschrijven als vampierboeken in een Nederlands jasje. In 2020 tekende ik een dubbel boekcontract bij Hamley Books. Voor hen schrijf ik griezelig spannende jeugdboeken met een knipoog.

Je bent, naast de afronding van je Bloedwettenreeks voor volwassenen, begonnen met een jeugdreeks rond het kleine vampiertje Vladimir von Rotenbeck dat geplaagd wordt door zijn allergie voor bloed. Hoe ben je op dit komische idee gekomen?

SD: Dit komische idee is geboren door een totaal niet komische realiteit. Vladimirs kwaal is namelijk autobiografisch. Ik schreef het eerste boek meer dan twintig jaar geleden in de vorm van een kort verhaal, waardoor ik me niet meer precies kan herinneren wat er destijds gaande was in mijn leven. Ongetwijfeld werd ik geplaagd door boze darmen, want dat is hoe mijn leven er sinds mijn zestiende levensjaar uitziet, nadat men in het ziekenhuis verkeerde keuzes maakte aangaande de behandeling mijn toch al overgevoelige lijf.

Aangezien men zegt dat je als schrijver moet schrijven over wat je kent, was het een logische keus om mijn eigen ervaringen op papier te zetten, maar dan wel vermengd met de nodige humor, want niemand zit te wachten op mijn best wel saaie levensverhaal.

De therapieën die Vladimir in het eerste hoofdstuk van elk boek ondergaat zijn in meer of mindere mate op eigen ervaringen gebaseerd.

Jouw boeken staan vol van eigenaardige en gruwelijke monstertjes en creepy typetjes. Was je al jong bezig met gruwelverhalen? Is jouw wat donkere fantasie vooral een zegen geweest of ook wel eens een last?

SD: Ik ben van nature een schijtlijster. Dat was ik vroeger al en nu nog steeds. Ik kan mezelf de stuipen op het lijf jagen door veel te lang door te denken. Tijdens elke autorit denk ik minstens één keer aan doodgaan.

Als kind hield ik van knuffelbeesten en Garfield. Dus ik was zeer zeker niet vanaf mijn jonge jaren bezig met creepy dingen.

Ik houd nog steeds niet van horrorboeken of -films. Mijn boeken zijn dan ook niet geschreven als zijnde horror. Ja, ik houd ervan om duistere thema’s aan te boren, maar ik doe dit niet puur met het vooropgezette plan om te shockeren en de lezer van begin tot eind een akelig onderbuikgevoel te bezorgen.

Ik ben als schrijver vooral geïnteresseerd in achterhalen wat iemand drijft om zijn of haar toevlucht te zoeken tot bepaalde daden en gedrag. Daarvoor moet je als schrijver ver durven gaan. Daarnaast zoek ik altijd naar het licht voor mijn personages, hoe zwart hun leven ook is geworden. Als je tijdens zo’n periode een lichtpuntje weet te vinden, heeft dat naar mijn mening extra waarde.

In het 2e deel, De Pestmachine, krijgt Vladimir het aan de stok met de Pestmeesters die het uiterlijk hebben van de zo gevreesde pestdoktors uit de Middeleeuwen. Heb je zelf een bijzondere binding met deze tijd en hoe ben je op dit idee gekomen?

SD: Pestmeesters hebben mij altijd al gefascineerd met hun bizarre uitdossing. Toen ik dertig jaar geleden begon met schrijven, schreef ik lange tijd klassieke Fantasy in een middeleeuwse setting. Daar ben ik inmiddels al lange tijd overheen gegroeid, dus met de middeleeuwen heb ik niet meer zoveel.

Ergens tijdens de pandemie kwam het als logisch op me over om iets te doen met pestmeesters in mijn tweede jeugdboek, toen het symbool van pestmeester logischerwijs nieuw leven werd ingeblazen door de toestand in de wereld. Omdat veel mensen moeite hadden met zich aan de regels houden die van boven af werden opgelegd, leek me dat een mooi uitgangspunt voor een verhaal. Aanvankelijk was ik van plan om er veel meer een soort inquisitie van te maken dan het uiteindelijk is geworden. Ik vreesde zelfs voor boekverbrandingen als ik mijn oorspronkelijke ideeën op papier zou zetten. Toch is dat niet de reden dat ik het over een andere boeg heb gegooid. Schrijven is voor mij een grillige aangelegenheid en ik volg het spoor dat mijn personages me duiden. Misschien is het wel allemaal wat minder ernstig geworden door het woord ‘frivool’. Daardoor is het boek een stuk lichter van toon geworden dan ik aanvankelijk dacht. En dat is maar goed ook.



Wat ik zelf vooral uit jouw Vladimir reeks vind uitspringen is het feit dat het oké is om anders te zijn. Iets wat in mijn ogen niet vaak genoeg gezegd kan worden tegen vooral de jongeren onder ons. Is hier misschien ook iets autobiografisch in verwerkt? Heb jij je vroeger wel eens anders gevoeld en hoe ging je daar dan mee om?

SD: Vanwege mijn chronische ziekte heb ik me altijd een buitenbeentje gevoeld. Nu nog steeds. Ik ben pas sinds een paar jaar opener geworden over de uitdagingen die dagelijks op mijn pad komen. Ik heb me lange tijd geschaamd dat mijn lijf zich anders gedraagt dan normaal. Dit komt voornamelijk door de reacties van anderen die ik te verduren heb gehad. Van leraren die achter mijn rug om zeiden dat ik me aanstelde tot dokters die recht in mijn gezicht verkondigden dat ik verslaafd was, omdat het niet lukte om mijn medicatie een week lang niet te slikken.

Nog steeds vind ik het moeilijk dat doodgewone dingen lastig worden. Mensen moeten rekening met mij houden, terwijl ik het liefst normaal wil zijn. Daardoor loop ik vaak dingen uit te leggen. Dan voelt het of ik me loop te verontschuldigen voor iets waar ik niets aan kunt doen en dat is gewoon stomvervelend. Het drukt me telkens weer met je neus op de feiten dat ik anders bent dan anderen.

Ik kan me voorstellen dat veel kinderen (en volwassenen) zich zo voelen. Daarom is het een uitstekend thema om uit te werken.

Wat is het meest angstaanjagende boek, film of iets anders, wat je zelf ooit hebt meegemaakt.

SD: De dood van mijn vader was de grootste nachtmerrie die ik tot nu toe in mijn leven heb ervaren. Door het falen van de zorg mondden zijn laatste uren uit in een horrorfilm. Aan de ene kant afschuwelijk om te hebben meegemaakt, aan de andere kant in zekere mate een geruststelling om te weten dat ik een dergelijke traumatische gebeurtenis te boven heb kunnen komen. Ik moet wel bekennen dat ik hierdoor nog steeds niet in het reine ben met de dood.

Als wij jouw boekenkast zouden kunnen zien, wat komen we daar dan tegen? Heb je favoriete auteurs, of een favoriet genre? En wat is het mooiste/dierbaarste/bijzonderste boek dat je bezit?

SD: Als jullie een kijkje in mijn boekenkast zouden nemen, dan zouden jullie steeds meer lege planken zien. Ik had het al eerder over het ontspullen. Ik ben bezig om mijn leven op de schop te gooien en ook boeken zijn wat dat betreft niet heilig. Inmiddels heb ik meer dan de helft van mijn boeken weggedaan.

Ergens in de beginjaren van het millennium ben ik mijn schrijf- en leeswoede kwijtgeraakt. De schrijfwoede is teruggekeerd dankzij die nachtmerrie. De leeswoede niet. Sterker nog, doordat ik zelf herschrijf tot ik erbij neerval, lukt het me bijna niet meer om me in een boek te verliezen. Ik kan die denkbeeldige rode pen niet neerleggen.

Het schijnt niet te mogen dat je als schrijver weinig leest, maar na een dag schrijven heb ik simpelweg geen fut meer om me in een boek te verdiepen en de afgelopen acht jaar heb ik zowat non stop geschreven.

Het is een beetje zoals de chef-kok die thuis niet kookt. Lezen is voor mij geen ontspannende bezigheid.

Om mijn favoriete schrijvers te vinden moeten we dus wat verder terug in de tijd. Clive Barker zal altijd hoog op mijn lijstje staan. Hij is ook nog eens verschrikkelijk aardig in het echt. Ik heb hem ooit mogen interviewen.

Ook de boeken van Neil Gaiman en Chine Miéville kan ik waarderen. Het enige boek dat mij de afgelopen jaren van mijn sokken heeft geblazen is The Gargoyle van Andrew Davidson. Zo’n boek dat me via via werd aangeraden en waarvan ik hoorde dat beren van mannen ervan in tranen uitbarstten. Ik heb zelf in ieder geval ook de nodige tranen vergoten tijdens het lezen.

Het gaat over een mannelijke pornoster die gruwelijk verbrand raakt tijdens een auto-ongeluk. Tijdens zijn revalidatie krijgt hij bezoek van een vrouw die beweert dat ze elkaar uit vorige levens kennen. De verhalen die ze hem vertelt (het is een raamvertelling) zijn zeer gedetailleerd en vaak hartverscheurend. Het is het hele boek door de vraag of zij knettergek is of de waarheid spreekt.

Dit is het soort boeken waarvan ik houd: verhalen die zich in de echte wereld afspelen (al dan niet tegen een historische achtergrond), waarin een speculatieve twist zit die de waarheid zoals we die denken te kennen op de schop gooit.

Welk boek staat er in je kast te prijken dat je nog steeds niet hebt gelezen en waarvan je elke keer denkt: ‘jou moet ik nu echt als 1e gaan lezen?’

SD: Laat ik eerst maar een The crimson petal and the white uitlezen van Michel Faber. Dat boek ligt nu al langer dan twee jaar naast mijn bed. Dat heeft niets te maken met de kwaliteit ervan. Zoals ik al zei heb ik na een dag schrijven geen fut meer in letters. Ik rol mijn bed in en ga maffen.

Sinds ik drastisch aan het ontspullen ben, heb ik me erbij neergelegd dat ik een ander mens ben dan, zeg, twintig jaar geleden. Als een boek al zo lang in de kast staat zonder te zijn gelezen, dan heeft het me al die tijd niet kunnen overtuigen om het op te pakken en doe ik het weg.

Ik heb zelf je online presentatie van De Pestmachine bekeken en heb er van gesmuld. Zou je, voor degene die niet hebben gekeken, kunnen verklappen waarover de volgende Vladimir gaat. De personages die een hoofdrol krijgen of misschien al iets over de cover of de titel, en is het al bekend wanneer deze ongeveer uitgebracht gaat worden?

SD: Ik ben het soort schrijver dat meestal vanuit één idee begint, zonder vooropgezet plan. Op dit moment heb ik een paar ideeën voor Vladimirs volgende avontuur, dus dat is al winst.

Oma is ziek en Vladimir moet haar bloedplasma brengen. Oma woont diep in het Grimgruwelbos, dus deze missie is zeer zeker niet zonder gevaar. Naswikka die altijd wel in is voor een avontuur gaat vanzelfsprekend mee. Het grote probleem is alleen dat zij een knalrood manteltje van Vladimirs zusjes heeft gekregen en het vertikt om dat stomme ding uit te trekken. Dat is natuurlijk vragen om problemen.

Cover en titel zijn nog niet bekend, evenmin kan ik veel kwijt over de verschijningdatum. Na acht jaar non stop schrijven en de afgelopen twee jaar twee boeken per jaar uitbrengen (een in eigen beheer en een bij Hamley Books) ben ik om eerlijk te zijn aan vakantie toe. Het plan is wel om het boek voor het eind van het jaar bij de uitgever in te leveren.

En dan nog een paar hele snelle korte vragen:

Zon of Maan?

SD: Aangezien ik van de zon spontaan ontvlam, toch maar de maan.

Een gezonde cracker met tomaatjes of een biefstuk ‘rare’?


SD: Vanwege mijn boze darmen moet ik uit de buurt gluten blijven. Tomaatjes gaan er wel goed in op een rijstwafel. Biefstukken eet ik niet al te bloederig. Mijn identificatie met mijn personages kent grenzen.

Slenteren over de kinderkopjes op de Dam in Amsterdam of die van het Knekelplein in Knekelstein?

SD: Vanwege mijn verhuisplannen toch maar de kinderkopjes in Knekelstein.

Visite krijgen van Wiesewasjes of van Plofkabouters?

SD: Wiesewasjes zijn niet te vertrouwen, dat weet iedereen. In het gezelschap van plofkabouters kan ik mijn winden schaamteloos laten waaien, wanneer mijn boze darmen weer eens opspelen. Daar kijken zij niet van op. Ze zijn wel altijd een beetje teleurgesteld dat de grote knal uitblijft.

Een frivool en eindig leven of het eeuwige leven als gruwelijke steeds terugkerende nachtmerrie? (waarbij je zelf mag kiezen bij wie)

SD: Ik zou het verspilling vinden om mijn eeuwige leven te wijden aan het plagen van een ander, dus dan toch maar die frivole eindigheid, ook al moet ik wel nog eens een goed gesprek voeren met de dood over hoe en wat en zo.

 

Sophia heel erg bedankt voor het beantwoorden van al onze vragen en namens onze lezers van Boekinkt heel veel succes met het schrijven van de volgende Vladimir.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zoeken in deze blog

Droom naar de toekomst van Rina Stam

  Droom naar de toekomst is het tot de verbeelding sprekende slotstuk van de spirituele Rode Draad Trilogie   Flora woont alleen in Spanje...