zondag 31 oktober 2021

Wij willen gangster worden van George Boellaard

 


George Boellaard schreef het boek ‘Wij willen gangster worden’.


Er zijn veel boeken geschreven over de ontvoering van Alfred Heineken, maar dit boek beschrijft de periode daar voorafgaand. Het betreft de jaren 1966-1977 en het gaat over een drietal vriendjes, te weten Jan Boellaard, Frans Meijer en Cor van Hout.

Het is ergens in 1993 als Jan Boellaard zijn broer George opbelt met de vraag of hij bij hem thuis iets mag komen stallen. De volgende dag komt hij aan met een verhuisdoos die gevuld blijkt te zijn met 5 ordners.

‘Dat zijn mijn memoires’ verteld Jan zijn broer. En als ze na een poos afscheid nemen zegt Jan hem nog: ‘Je mag er gerust in lezen hoor, als je wil.’

Het zal de basis worden van dit boek dat een zeer nauwkeurige opsomming is en een heel zorgvuldige reconstructie geeft over de jonge jaren van het drietal. Hoe leren ze elkaar kennen, hoe is de individuele gezinssamenstelling en in welke milieus ze zijn opgegroeid. Maar vooral wanneer zij hun eerste criminele stappen zetten en hoe dit heeft kunnen uitmonden in een steeds groter en heftiger aantal inbraken.

Het drietal groeit op in de Staatsliedenbuurt, een volkswijk in Amsterdam West. Een vechtpartij is de start van een langdurige vriendschap tussen Jan Boellaard en Frans Meijer, hun leeftijdsverschil is slechts een half jaar en in 1969 leren ze de 4 jaar jongere Cor van Hout kennen, die zich maar al te graag aansluit bij het duo. Het is het begin van een aantal kleine diefstalletjes, gepleegd door het drietal, waarbij Cor meestal op de uitkijk staat en de andere twee inbreken. Maar dat duurt slechts kort want Cor is pas 11 als hijzelf zijn eerste echte inbraak pleegt. Vol trots noemen ze zich iets later de ‘Pancratius’.

‘Wij zijn de Pancratius. Wie niet steelt of erft, zal werken tot hij sterft.’

De inbraken worden steeds talrijker en de gestolen waar steeds heftiger. Op zeker moment bezit het drietal een wapenarsenaal dat gewoonweg bizar is, aangevuld met een hele rits aan nepneuzen, nepsnorren, nepbrillen, oude kleding, petjes, handschoenen noem het maar op. Ook worden er zeer nauwkeurige plannen gemaakt voor hun eerste echt grote slag, een bankoverval.


Ik heb met verbazing dit boek gelezen. Ik ben zelf opgegroeid in een volksbuurt in Amsterdam West en de volkse tafrelen die in het boek beschreven worden zijn ook de volkse tafrelen die ik heb meegemaakt in mijn jeugd, maar daar eindigt dan ook elke overeenkomst. Het is onbegrijpelijk dat ze ten tijde van hun eerste gewapende bankoverval slechts 16, 20 en 22 jaar oud waren, en dat niemand in hun familie enige kennis had van de mate van criminele activiteiten of van de zorgvuldig uitgedachte en uitgeteste plannen die daaraan vooraf gingen.

Het boek geeft een zeer uitgebreid verslag van hun opeenvolgende criminele daden. In het begin had ik wat moeite met de hoeveelheid gedetailleerde informatie, iets minder had wellicht ook gekund. En de schrijfstijl doet wat kaal aan maar het is tenslotte een biografie en na enige tijd word ik toch flink gegrepen door het verhaal en leest het snel en gemakkelijk weg.

Het boek eindigt na de grote gewapende bankoverval op een hoofdkantoor in hartje Amsterdam waarbij het drietal weet te ontkomen door gebruik te maken van een van te voren gestolen speedboot door de Amsterdamse grachten. In één woord spectaculair, maar ook onvoorstelbaar risicovol.


Ik geef het 4 inktpotjes!
Karin K.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zoeken in deze blog

Droom naar de toekomst van Rina Stam

  Droom naar de toekomst is het tot de verbeelding sprekende slotstuk van de spirituele Rode Draad Trilogie   Flora woont alleen in Spanje...