Kaat de Kock won met haar jeugdboek ‘Selfie’ in 2016 de Jonge jurydebuutprijs. Een mooie impuls om te blijven schrijven en dat is iets wat Kaat zeker doet! Want sinds 2016 heeft ze inmiddels al een stuk of tien verhalen uitgebracht en de volgende die uitkomt staat op stapel. Tijd om deze auteur een aantal vragen voor te schotelen.
Vorig jaar verscheen je feelgood Winter in de B&B. Heb je zelf wel eens overnacht in een B&B? Zo ja, hoe was je ervaring of overnacht je liever in een hotel?
Als ik echt eerlijk mag zijn: geen
van beiden. Ik ben erg lawaaigevoelig en word bij het minste geluidje wakker,
daarom probeer ik meestal een huisje of rustig appartement te huren op
vakantie. Maar als ik moet kiezen tussen een hotel of een B&B, dan verkies
ik zeker de charme en persoonlijke aanpak van een B&B.
Ben jij net zo impulsief als jouw
hoofdpersoon die zomaar plots in een ander land een B&B start? Wat zou jij
doen als je zoiets erft?
Ik denk dat ik het vast als
weekendhuis zou houden en er na mijn pensioen zou gaan wonen. Ik ben niet zo
impulsief, maar best ondernemend, want ik heb wel tien jaar als zelfstandig
redacteur gewerkt. Helaas liet het zelfstandigenpensioen niet toe dat ik dat
m’n hele leven bleef doen.
Zou je het leuk vinden om een B&B te
runnen? En dan waar?
Een B&B misschien niet, maar een
park vol tiny houses verhuren in een bos en daar zelf ook wonen, lijkt me wel
een droom?
Maak je bij jouw verhalen gebruik van
eigenschappen van mensen om je heen? Zit jijzelf nog in iemand verstopt?
Absoluut! In de B&B-reeks ben ik
echt wel voor een heel groot stuk Hanne, en mijn ‘Help’-reeks is het
hoofdpersonage sterk gebaseerd op mijn dochter en haar vrienden. Illustrator
Chrostin heeft daarvoor ook echt mijn dochter getekend. Daarvoor had ik
natuurlijk haar toestemming, want verder zou ik nooit mijn personages baseren
op mensen die ik ken, daarvoor respecteer ik hen en hun privacy te hard.
Hoe zou jouw beste vriendin jou
omschrijven?
Ik vermoed als grappig, onzeker,
trouw, angstig, empathisch en koppig.
Binnenkort komt je kinderboek Mama Heks
uit, kun je iets meer vertellen over het verhaal en het ontstaan ervan?
Mama Heks schreef ik eigenlijk jaren
geleden. Toen mijn dochter klein was, had ik haar wijsgemaakt dat ik een heks
was. Ze stelde alsmaar vragen, waarop ik dan een geloofwaardig antwoord moest
verzinnen, zodat m’n verhaal bleef kloppen. Dat verhaal heb ik op een dag
uitgeschreven tot een boek, speciaal voor haar. Ik heb het afgeprint en ze
heeft het zo vaak gelezen. En nu wordt het een echt boek, wat wel speciaal is.
Op een of andere manier is het mijn meest persoonlijke en favoriete boek. Het
gaat verder natuurlijk ook over discriminatie, vooroordelen en uitsluiting,
maar niet op een zware manier, het is en blijft een vrolijk kinderboek.
Gaat het schrijven je makkelijk af? Of
heb je weleens geen inspiratie? En wanneer dit het geval is wat doe je dan?
Ik probeer hout vast te houden
terwijl ik dit typ, maar ik heb tot nu toe nog nooit gebrek aan inspiratie
gehad! Ik begin gewoon te schrijven en blijf schrijven tot ik plots een boek
heb. Hoewel het me dus heel makkelijk afgaat, vind ik het ook erg vermoeiend en
heb ik er niet altijd zin in. Ik kan niet uren aan een stuk schrijven.
Is er een genre wat je wel eens zou
willen uitproberen?
Ik schrijf al best veel genres, maar
een thriller vol volwassenen (voor tieners schreef ik er al eentje), zou ik
heel graag nog eens schrijven.
Wat lees jezelf eigenlijk graag?
Ik ben zelf een heel grote
thrillerfan, dus daar doe je me altijd plezier mee, maar ik ben grote fan van
Stephen King, Jo Nesbø, John Irving, Jonathan Frantzen.
Welk boek zou iedereen moet lezen volgens jou?
Dat vind ik een erg moeilijke vraag.
‘It’ van Stephen King vind ik zo’n onderschat boek, dat zoveel meer is dan
horror en dat me diep heeft ontroerd, maar ook ‘The Underground
Railroad’ van Colson Whitehead en ‘Zeitoun’ van Dave Eggers vind ik grote en
belangrijke boeken
Hoe moeten wij ons jou schrijvende voor
ons zien? Binnen aan je bureau, buiten aan de tuintafel in de zon of het liefste...
Schrijf je met muziek aan?
Hoe minder prikkels hoe liever! Ik
schrijf in een zetel in mijn home office en in complete stilte. Ik blokkeer al
als er iemand in dezelfde ruimte is, zelfs als die stil is. Alleen m’n kat is
welkom ;-)
Als je je manuscript af hebt, wie is dan
de eerste die je het laat lezen?
Mijn uitgever. Zij zijn de enigen
van wie ik het oordeel vertrouw.
Wie is eigenlijk jouw schrijfvoorbeeld?
Dat is ook Stephen King. Het tempo
waarin hij schrijft, en hoe hij elk jaar een dik boek blijft schrijven terwijl
hij natuurlijk allang steenrijk is, dat vind ik bewonderenswaardig. Dat is echt
liefde voor het schrijven.
Wanneer jij de interviewer zou zijn
welke vraag zou je dan zeker gesteld hebben?
‘Maar doe je het ook graag?’
En wat is je antwoord op deze vraag?
Goh, niet altijd. Het is meer een
soort drang dan echt een hobby. Maar als ik positieve berichtjes of post lees
over m’n boeken, vind ik het plots weer het allerleukste ooit!
Dank je wel voor je openheid en je eerlijke antwoorden Kaat! Ik hoop dat je de
drang naar het schrijven blijft houden en wens je veel succes met het schrijven
van die hele spannende thriller waarmee je ons gaat verrassen.
Jacqueline
Hanne is een twintiger die in een klein appartementje in de stad woont en probeert rond te komen van het loon dat ze verdient met een job waar ze een hekel aan heeft. Dan krijgt ze te horen dat ze een vakantiehuis in de Ardennen heeft geërfd. Als het 'vakantiehuis' een grote villa met gigantische tuin blijkt te zijn, heeft ze geen idee wat ze met zo'n huis aan moet. Tot haar moeder haar ervan weet te overtuigen om een bed and breakfast te beginnen. Samen trekken ze naar de Ardennen en proberen ze een nieuw leven én een zaak op te bouwen. Maar niet iedereen ziet hen even graag komen. Hanne doet er alles aan om het respect van de plaatselijke bewoners en vooral dan van die héél knappe klusjesman te winnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten