De kinderen Seagrave, Christabel, Florence en Digby, groeien op in een landhuis in Dorset, ten tijde van het interbellum. Hun jeugd wordt gekenmerkt door chaos en verwaarlozing door hun ouders waardoor ze vooral op elkaar aangewezen zijn. Door hun kinderlijke leefwereld en de vrijheid die ze op en rond het landgoed genieten lijkt de wereld voor hen vooral een groot avontuur. Wanneer ze een aangespoelde walvis op het strand ontdekken, voegt dit een nieuw element toe aan hun toch al bijzondere jeugd. Uit de botten van de walvis bouwen ze een theater waarin ze toneelvoorstellingen houden.
Wanneer de Tweede Wereldoorlog zijn intrede doet, raken de
levens van de drie kinderen van elkaar verwijderd. Toch zijn het hun herinneringen
én het walvistheater die hen later weer samenbrengen.
Dit lijvige boek is er ééntje die je niet één-twee-drie
uitleest, maar waar je langzaam de tijd voor moet nemen. In het eerste gedeelte
worden veel personages geïntroduceerd die je even een plek moet geven in het
verhaal. Ook hanteert Quinn een bloemrijk taalgebruik. Hier moet je echt van
houden. Het geeft het eerste gedeelte van het boek iets magisch, alsof je deel
uitmaakt van het magische kinderdenken. Ik vond dat zelf erg mooi, maar ik kan
me ook indenken dat dit niet voor iedereen geldt. In het vervolg van het boek
ging het me af en toe wat tegenstaan, daar vond ik het taalgebruik af en toe
wat veel.
Het eerste deel van het boek kenmerkt zich ook door veel
wisselingen van het vertelperspectief. Ik vond dat zelf wel leuk, vooral omdat
de ouders Seagrave behoorlijk tragische figuren zijn waarvan je daardoor iets
meer te weten komt dan alleen hoe de kinderen hen zien. Het zijn stuk voor stuk
bijzondere en flamboyante personages.
Het middengedeelte draait vooral om de verhalen van
Christabel en Florence. Andere personages komen ook wel aan bod, maar toch in
mindere mate. Zelf vond ik dat wel jammer. Ik miste eigenlijk hoe het met de
andere overgebleven leden van het gezin Seagrave verging. Ik raakte hierdoor
mijn binding met het verhaal een beetje kwijt.
Gelukkig kwam het verhaal aan het einde weer bij me terug,
maar dat maakte toch dat ik het middenstuk minder interessant vond. En voor een
coming of age verhaal, wat dit boek toch is, zou het juist daarom moeten
draaien.
Het stukje geschiedenis wat Quinn in het middengedeelte
heeft verwerkt, namelijk het deelnemen van vrouwelijke Britse burgers aan
spionage- en sabotage-activiteiten tijdens de Tweede Wereldoorlog in Frankrijk,
is een vrij onbekend stukje geschiedenis. Voor mij was dit echter niet nieuw, dus
ook minder verrassend.
Zoals ik al zei kwam het verhaal aan het einde weer bij me
terug, en kreeg ik hetzelfde gevoel als aan het begin van het boek: hoe mooi
Quinn de dynamiek tussen de verschillende gezins- en personeelsleden van het
landhuis neerzet. Maar voor mij was het toen al eigenlijk te laat. Door het
saaiere tussendeel had het boek zijn magie voor mij al te veel verloren.
Jammer, want normaal houd ik juist heel erg van wat tragere familieverhalen.
Een bijzonder boek met een traag en sfeervol verhaal, waarin
ook nog een stukje minder bekende geschiedenis in verwerkt is. Helaas hield het
mijn aandacht minder vast.
Daarom kwam ik niet verder dan een beoordeling van 3,5
inktpotje.
Jolanda
Geen opmerkingen:
Een reactie posten