Donkere sfeervolle roman noir
‘De verdwijningen’ start met de
melding van de definitieve verdwijning van Valère Vaerten. Het is dan vrijdag 3 januari 1975. Denkelijk is er kwaad opzet in het spel
vermits Antwerpen lijkt gebukt te gaan onder een plaag aan verdwijningen.
Terug in de tijd. 1974. Op de werf
van het metrostation Meir in Antwerpen wordt de handtas van professor Rina
Torfs teruggevonden. Rina Torfs is de ex
van Valère, afstammelinge van een rijke familie van reders en een autoriteit op
het gebied van de Franse literatuur van de 19de en 20ste
eeuw en meer bepaald van het oeuvre van Proust.
In de tas zit een
geannoteerd exemplaar van ‘A la recherche du temps perdu, Deel 1, Du côté de
chez Swann’ van Proust. Van Rina geen enkel spoor. De dag voordien was ze op weg naar een lezing
rond ‘Marcel Proust en de configuratie van het toeval’. Blijkt uiteindelijk dat haar fascinatie voor
Proust ook gevoed wordt door redenen van heel persoonlijke aard (Marcel Torfs
sterft ten gevolge van het Stendhalsyndroom*).
Valère Vaerten leidt een
hippiebestaan aan de rand van de maatschappij.
Hij is een wannabe dichter die het zout op de patatten niet verdient en
bijklust als barman en dealer in drugs en weed. Hij koestert zich graag in de
vleierij van Michel, een aspirant-dichter.
Valère is de spil in het verhaal. Het boek is geschreven in de derde persoon. De verteller (Patrick Conrad?) bewaart afstand
tot zijn personages en dus ook tot Valère.
Valère is een eenzame armoedzaaier. Niks brengt hij tot een goed einde. Op sociaal vlak is hij niet in staat tot zinvol
communiceren. Zijn leven is uitzichtloos en saai. Hoe verbazingwekkend is het dan dat Medusa
(grootmoeder Torfs) die ‘nietsdoende leegloper van het Conscienceplein’
inschakelt om haar kleindochter te vinden! Valère keert
terug naar de wereld die hij had omgeruild voor de psychedelische protestwereld. Opportunistisch als hij is, past hij zich
vlug aan aan het bourgeoiswereldje van de Torfsen. Aan de zijde van Elza vertoeft hij in een
wereld van schijn en frivoliteit, geniet hij van welvaart en leeft hij het
leven van de zorgelozen. Vindt hij daar
de zin van het leven, kan hij iemand worden of is het feit dat Medusa en Elza
over hem praten alsof hij er zelf niet bij is een teken aan de wand? Zoals hij Valère in zijn hippiebestaan in
zijn hemd zet, zo maakt Conrad ook brandhout van het bourgeoisbestaan dat Elza
leidt wanneer zij zich enkel lijkt te onderscheiden, en dan nog wel tot over de
grenzen, door haar coctailtechnieken!
De droom van Valère: een kortfilm
realiseren waarin hij hoopt een goedgunstig maar genadeloos tijdsbeeld vast te
leggen. Maar zoals zo veel in Valères
leven … Patrick Conrad daarentegen schrijft met ‘De verdwijningen’ een filmisch
boek. Het boek ademt de sfeer van de
jaren ‘70 en bevat een schat aan informatie wat kunst, cultuur en maatschappij anno
1974 betreft. De teneur is somber. Dikwijls is het ook letterlijk donker wanneer
scènes zich afspelen in het schimmige nachtleven. De beschrijvingen zijn vaak heel rauw en onversneden,
maar altijd beeldend. Wanneer Alain en
Renéke uit de Schelde worden opgevist beschrijft ‘wat slijm in rottende kleren’
wat eens mensen waren. ‘De wereld komt
je tegemoet in zijn stompzinnige verwoestende realiteit’. Conrad is niet te beroerd om naast wat mooi
is ook dat wat luguber, lelijk en rauw is een plaats te geven. Lange, soms poëtische zinnen brengen Proust
dichterbij, terwijl schokkend realistische beschrijvingen in korte zinnen de
lelijke kant van het bestaan in beeld omzetten. Vlotte perspectiefwissels
resulteren in korte scènes die vloeiend in elkaar overlopen.
Mensen verdwijnen, een machtig
imperium gaat ten onder. Hoe moeten al die verdwijningen in Antwerpen verklaard
worden? Berust alles op toeval? Is alles oorzaak en gevolg? In hoeverre hebben die drie begrippen een
impact op de feiten?
‘De verdwijningen’ is een
meeslepende roman noir die je helemaal opslorpt en terug katapulteert naar de
jaren 70. Patrick Conrad schrijft een
filmisch boek waarin hij opportunisme, zinloosheid en eenzaamheid op een treffende
manier in beeld brengt. Met een ‘oorwurm’ als ‘So you win again’ van Hot
Chocolate in mijn oor, zal dit boek nog een hele tijd nazinderen.
5 inktpotjes
Anita
*Stendhalsyndroom: aandoening die optreedt
wanneer iemand volledig overrompeld wordt door de schoonheid van kunst
Geen opmerkingen:
Een reactie posten