De 6-jarige Jasmijn en
4-jarige Imke groeien op bij hun aan alcohol verslaafde moeder Ria. Ria
probeert het allemaal goed te doen voor haar meisjes, maar de verslaving is
vrijwel altijd sterker dan zij. Jasmijn en Imke doen er op hun beurt alles aan
om hun moeder met van alles te helpen. Ze doen regelmatig zelf de lakens van
hun bed in de wasmachine, doen af en toe boodschappen en gaan zelfstandig naar
school. Maar ondanks dat is er regelmatig geen eten in huis, vervuilt het huis
steeds verder en gaan ze vaker wel dan niet ongewassen naar bed. Ondanks dat de
instanties weten dat het met de meisjes niet goed gaat, wordt er niet
ingegrepen. Wanneer de eveneens aan alcohol verslaafde vriend van hun moeder
bij hun in huis trekt, gaat het steeds meer bergafwaarts. De liefde van Jasmijn
en Imke voor hun moeder is onvoorwaardelijk maar hoe lang kan dit nog goed
gaan?
Dit verhaal van een door
alcoholverslaving verscheurd gezin gaat door merg en been. Het verhaal wordt
vanuit twee perspectieven verteld: het boek begint met het perspectief van
moeder Ria. Het lukt Ria in het begin maar net om alle ballen in de lucht te
houden. Naast de alcoholverslaving is Ria ook analfabeet dus brieven van
instanties kan ze niet zelfstandig lezen. Gelukkig is er een buurvrouw die haar
daar wel bij wil helpen. Maar de verslaving zorgt er ook voor dat ze het vertrouwen
van de buurvrouw geregeld schendt.
Na ongeveer 1/3e
van het boek wordt er omgeschakeld naar het perspectief van de 6-jarige
Jasmijn. Jasmijn probeert alles zo goed en zo kwaad mogelijk door te laten
gaan: ze zorgt voor haar zusje Imke, waakt over haar moeder en probeert de
buitenwereld te doen geloven dat er helemaal niks aan de hand is. Ze kan niet
anders want de vader van de meisjes is uit beeld en hun moeder is hun alles.
Ondertussen gaat het met de gezondheid van de meisjes steeds slechter en het
wordt moeilijker om dat nog te verhullen.
De schrijfstijl van het boek
is redelijk eenvoudig. Dit past heel goed bij het perspectief van de meisjes.
Maar dezelfde manier van tekstopbouw is er ook bij het perspectief van moeder
Ria. Aan de ene kant past dit natuurlijk wel bij het analfabetisme. Maar
tegelijkertijd zit er soms ook een redenering in die ik daar minder bij vond
passen. Ik vond het perspectief van Jasmijn dan ook sterker overkomen dan dat
van moeder Ria.
Hoe hartverscheurend ook, ik
werd er soms ook niet helemaal door geraakt. Dit komt niet door het verhaal,
dat is indringend genoeg maar waarschijnlijk meer door de wat opsommende manier
van schrijven. Je weet ook eigenlijk al dat het maar één kant op kan gaan, en
dat is de afgrond in. Wat ik wel mooi vond is dat moeder Ria niet afgeschilderd
wordt als de boeman. Ze doet enorm haar best om het voor de meisjes beter te
maken, maar zit al zo diep in de verslaving dat dit onmogelijk lukt. Ik miste
echter wel nog een stukje achtergrondinformatie over hoe het zo ver heeft
kunnen komen. Dat had het verhaal nog completer gemaakt.
Wat het boek bijzonder maakt
is dat het deels autobiografisch is. Yvonne Sonke heeft het verhaal gebaseerd
op herinneringen uit haar vroege jeugd. Met dit in gedachten lezende, maakt het
boek nog verdrietiger maar realiseer ik me ook dat dit zomaar je buren zou
kunnen overkomen, of een klasgenootje van je kinderen.
Een indringend boek dat ik
waardeer met 3 inktpotjes.
Jolanda
Geen opmerkingen:
Een reactie posten