‘Het is veel makkelijker om
stil te blijven en te zwijgen, jezelf te distantiëren en geen standpunt in te
nemen. Het doet veel minder pijn als ik negeer en bagatelliseer wat me is
overkomen. Dat heb ik jarenlang gedaan. Door me passief op te stellen, hou ik
indirect een hand boven het hoofd van mijn vroegere manier van denken. Ik
bescherm mijn ouders en iedereen met wie ik ben opgevoed.’
Dennis Biesma groeit op
binnen de gemeenschap van de Jehova’s Getuigen. Dit geloof is erop gebaseerd
dat Jehova de enige is die weet wat goed voor de mensheid is, en dat er een dag
komt dat hij ingrijpt en dat alleen Getuigen deze Armageddon zullen overleven.
Alleen diegenen die hun leven leiden volgens allerlei opgedragen regels zijn
bevoorrecht om tot deze groep te mogen behoren. Op het niet leven volgens deze
regels staat het risico om uitgesloten te worden. Deze uitsluiting betekent
meteen een direct breken met alle familieleden die tot de Jehova’s Getuigen
behoren.
Dennis probeert heel lang om
zo goed mogelijk aan deze regels te voldoen, maar de twijfel slaat steeds meer
toe. Hij drijft verder en verder van het geloof af, maar dit zorgt voor een
enorme emotionele worsteling. Om zijn ouders niet te teleurstellen, leidt hij
steeds meer een dubbelleven. Totdat hij niet meer anders kan dan voor zichzelf
te kiezen.
Wat een emotionele
rollercoaster is dit boek. Het is rauw, verbijsterend, verdrietig,
confronterend, mooi, maar bovenal goudeerlijk. Dennis is ontzettend open over
wat het opgroeien binnen deze religie met hem gedaan heeft. Daarnaast leef je
met zijn worsteling mee in zijn pogingen om los te komen van zijn omgeving.
Maar het is niet alleen boosheid en verbittering die je proeft, zijn verhaal is
ook helemaal omgeven van de liefde die hij voor zijn ouders voelt. Vooral die
liefde maakte het zo moeilijk voor hem om definitief met het geloof te breken.
Dennis durft ook heel
kritisch naar zichzelf te kijken. Wat is zijn eigen rol geweest? Wie heeft hij
allemaal verdriet gedaan door jarenlang wel mee te gaan in alle geboden en
regels van het geloof? Was het huichelachtig om zijn ouders lang in de waan te
laten dat hij nog geloofde maar in werkelijkheid al lang afstand had gedaan?
Ik vond het vooral ook heel
goed geschreven. Bij veel non-fictie boeken denk ik al snel: je kan het
moeilijk niet goed vinden, want het is wel iemand overkomen. Bij dit boek dacht
ik juist: wow, wat schrijft ie goed! Het is beeldend én informatief, en niet
alleen maar schokkend. Er waren een aantal dingen die ik herkende doordat mijn
zoon op de lagere school een vriendinnetje had die behoorde tot de Jehova’s
Getuigen. Maar waar ik bang was dat mijn juist wat positievere blik volledig
aan gruzelementen zou worden geslagen door dit boek, bood het juist nuance en
ander perspectief. Het belicht het hele plaatje rondom het geloof en geeft
inzicht in denkwijzen maar ook aan wat er zo vergiftigend aan is.
Dit is een verhaal wat
geschreven moest worden, niet alleen om anderen inzicht te geven in de wereld
van de Jehova’s Getuigen maar ook omdat Dennis een geboren schrijver is. Hij
neemt je aan de hand en geeft je af en toe het gevoel dat je in een
avonturenverhaal bent beland. Om je vervolgens de harde werkelijkheid weer in
te duwen.
Een verhaal wat me van begin
tot eind geboeid heeft, wat me iets geleerd heeft maar die me ook een auteur
geleverd heeft waarvan ik een volgend boek zeker zal gaan oppakken.
4 inktpotjes
Jolanda
Geen opmerkingen:
Een reactie posten