“Wat er was doet er niet meer toe, het gaat om wat er is.”
Het verhaal: Herman van Dusselen, 32 jaar, is `een beetje anders’. Althans, dat zeggen de mensen om hem heen. Herman speelt met knikkers, maakt het huis grondig schoon en houdt zich vast aan wat hij kent. Pijnlijke herinneringen aan vroeger duwt hij weg. Dat verandert als hij Jeanette ontmoet in een pretpark. De liefde voor de flamboyante suikerspinnenverkoopster drijft hem uit zijn comfortzone en legt oude wonden bloot. Voor het eerst wordt Herman uitgedaagd de wereld buiten zijn vertrouwde knikkerkamer te ontdekken. Waagt Herman zich aan het leven, of blijft hij zich krampachtig vasthouden aan het verleden?
Over rouwverwerking. Over anders zijn. Over loslaten. Over zoeken naar je identiteit. Over omgaan met veranderingen. Over onverwerkte trauma’s. Over angst. Over uit je comfortzone treden. Over hoop. Over sociale onhandigheden. Over verlies. Over verliefdheid. Over vaste waarden in het leven.
Een tragikomisch verhaal. Hartverwarmend. Ontroerend. Meeslepend. Gevoelig geschreven. Mooie ingetogen, rake en intelligente schrijfstijl. Bij momenten poëtisch. Het verhaal wordt verteld vanuit de personele hij-verteller. Vrij korte hoofdstukken. 88 (!) in totaal. Dit zorgt ervoor dat het leest als een trein. Excuseer, als een achtbaan. De schrijfstijl is afwisselend. Als Herman iets meemaakt of terughaalt uit het verleden, is de stijl meer beschrijvend, met langere, vloeiende zinnen. Als het gaat om zijn gedachten, als we meekijken in zijn hoofd, zijn het korte zinnen, heel staccato. Een mooie uitwerking van Hermans manier van denken. Het boek neemt je dan ook mee in de continue gedachtestroom van Herman.
Olthoff slaagt erin om Herman heel menselijk neer te zetten. Op een bijzonder geloofwaardige manier en heel realistisch. Als een personage van vlees en bloed. Op hartverwarmende wijze verteld Olthoff vanuit Hermans belevingswereld. Doorheen het verhaal valt het op dat Herman voortdurend associeert. Deze ongecontroleerde associaties geven een duidelijk beeld van het complexe proces van rouwverwerking. En daar zit Herman nog steeds middenin. Dwangmatig komt hij altijd weer uit op het begrip dood. Een traumatische gebeurtenis treedt steeds op de voorgrond. Elke keer geeft Olthoff iets meer prijs over wat er eigenlijk gebeurd is.
Hoe intriest het verhaal eigenlijk is, er zit heel wat humor in. Frisse humor. Drama en humor wisselen elkaar fijn uitgebalanceerd af. Er zitten dus vaak grappige passages in het boek, bv. vanaf het moment dat Herman verzint dat hij achtbaantester is en zich ietwat krampachtig in nesten werkt door zijn leugentje om bestwil. Het verhaal deed me dan ook nu en dan denken aan ‘Het Rosie Project’ van Graeme Simsion.
Het geheel is mooi gedoseerd overgoten met details en weetjes over achtbanen. Het boek bevat heel wat feelgood-elementen, maar ook heel wat doordenkertjes. Een boek met een domino-effect. Hoe meer je leest, hoe meer Herman in je hoofd kruipt.
Het boek voelt aan als een echte achtbaan. Je wordt omhoog getakeld. Langzaam… en dan roetsj je met een enorme rotvaart naar beneden. Je wordt heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees, tussen leven en dood. Je gaat een aantal keren over kop, maar je overleeft het, want nergens vliegt jouw karretje uit de baan. Een boek dat toch nog even blijft hangen.
jan rooms
vier sterren
Geen opmerkingen:
Een reactie posten