Petra Doom (1980) groeide op aan zee en vindt het nog steeds erg leuk hier te vertoeven. Ondertussen woont ze in het Gentse ommeland in een huis vol boeken waar ze ook graag haar favoriete theetjes drinkt en ze zelf weleens iets lekker tevoorschijn tovert. Lezen en schrijven is haar passie en creatief bezig zijn of gezelschapsspelletjes spelen is ook iets waarvoor Petra graag tijd maakt.
Haar debuut 'Een
kracht ontwaakt' werd in 2018 genomineerd voor de Hebban SF & Fantasy
Award. Dit eerste boek was het begin van de Overstekers serie. Het tweede deel
'De schaduw van de sha' is het tweede deel in deze urban fantasy reeks. Ondertussen
is haar afsluiter 'Koninklijke magie' verschenen bij Hamley Books en we mogen
ons dit jaar nog verheugen op haar debuut als young adult auteur met 'Kinderen
van Orpheus' bij dezelfde uitgeverij.
Ik weet dat je 'Een kracht ontwaakt' schreef
omdat het je fascineert dat er misschien wel meer is. Wil dit zeggen dat je
gelooft dat magie bestaat? Dat er andere werelden dan de onze zijn? De mens
niet het enige wezen is?
Ik ben een vrij down-to-earth persoon, maar ik geloof
zeker dat er meer is dan wat we kunnen zien, of de wetenschap (nu al) kan
verklaren. Alleen al het placebo-effect is iets fascinerends, mensen zijn tot
veel meer in staat dan ze denken. De kracht van intuïtie is nog zoiets, dat kun
je zweverige onzin noemen, maar hoe vaak handelen mensen niet op basis van een
gevoel dat ze niet helemaal kunnen verklaren… en hebben ze achteraf bezien
gelijk?
Als tiener heb ik daarnaast een poosje boeken over
deeltjes fysica, de snaartheorie etc. verslonden. Eens je hebt geprobeerd om je
een hyperkubus voor te stellen, of een wezen dat in vier dimensies leeft en dus
vanuit het niets zou kunnen verschijnen, en gepeinsd hebt over de mogelijkheid
dat er 6 extra dimensies zijn die zijn ‘opgerold’… dan wordt de grens tussen
wetenschap en magie dun.
Als er andere creaturen zijn, hoe stel jij je
deze dan voor? Hoe zien ze eruit, wat doen ze, waar houden ze van, hoe leven
ze?
Zoals je op basis van Overstekers waarschijnlijk al kunt
raden: het idee dat wezens die in mythologische verhalen terechtkomen misschien
wel echt zijn, maar verborgen onder de mensen kunnen leven omdat ze ook wel op
hen lijken, intrigeert mij al heel lang. Toen ik me voorstelde hoe hun leven er
dan zou uitzien… tja, toen liep dat dus uit op drie boeken!
Als kind was je al gek op mythen en sagen en
je bent nieuwsgierig naar waarom we bepaald gedrag vertonen en hoe we
samenleven. Mythen en legendes vertonen ook gelijkenissen en sommige
eigenschappen komen meermaals voor. Welke zie jij als gemeenschappelijk?
Heb je even een paar uur? ;-)
Een of andere vorm van gedaantewisselaar, bijvoorbeeld,
komt in heel veel culturen voor. Ons woord voor weerwolf heeft Germaanse
wortels, maar mensen die veranderen in wolven komen ook voor in Griekse en
Romeinse mythen. In Zuid-Amerikaanse mythen komen wezens voor die wisselen
tussen de gedaante van een mens en die van een jaguar. Somalië kent verhalen
over hyenegedaantewisselaars, in Korea, China en Japan zijn het vossen…
Zo’n rijtje kun je voor best veel wezens of eigenschappen
maken: draken komen in veel culturen voor, hetzelfde geldt voor wezens met
vleugels, of wezens die een bepaalde band met vuur hebben…
Waarom Lannoo als uitgever vroeger? De link
naar Hamley Books nu is duidelijk maar waarom die keuze in het verleden? Hoe
heb je Lannoo overtuigd om je debuut 'Een kracht ontwaakt' uit te geven?
Op het moment dat ik mijn debuut geschreven had waren er
maar een paar uitgeverijen die fantasy uitgaven (Hamley bestond bijvoorbeeld
nog niet). Van dat paar richt het merendeel zich dan ook nog op vertaalde
Engelstalige fictie. Lannoo kende ik van hun prachtige prentenboeken en een
paar jeugdseries met duidelijke fantasyelementen, en ik heb het dus toch
gewaagd om hen aan te schrijven. En dan, ja… wat overtuigt iemand om te blijven
doorlezen na de eerste paar regels en je manuscript niet op de hoop ‘afgekeurd’
te gooien? De uitgever maakte meteen een klik met mijn schrijfstijl en mijn
personages, vertelde hij later, en daar kan ik natuurlijk alleen maar blij om
zijn.
Klopt het dat de Overstekers serie eerst uit
meer dan drie delen ging bestaan en waarom dan uiteindelijk toch gekozen voor
drie?
Ik ben van nature een ontdekkingsschrijver: ik bedenk
niet alles vooraf, heb alleen een paar doelen voor ogen, maar laat me verder
meenemen door mijn personages. Ik hecht me enorm aan hen, en als het aan mij
lag, dan zou ik heel lang kunnen doorgaan. Uitgevers plaatsen daar al snel
nuchtere kanttekeneningen bij, zoals bijvoorbeeld het feit dat lezers
tegenwoordig (uitzonderingen daar gelaten) niet zo houden van lange series. Dus
ik heb tussen deel 2 en deel 3 mijn ideeën eens goed bekeken en me afgevraagd:
hoeveel ruimte heb ik op zijn minst nodig om dit verhaal goéd te kunnen
afronden? En dat bleek met één (dik, haha) boek mooi te kunnen.
Heb je de titels van de boeken zelf bedacht?
Ik vind titels erg moeilijk! Veel auteurs, want ja, hoe
vat je een heel boek in een paar woorden, help? De serietitel had ik al vrij
vroeg en die vond iedereen ook meteen een voltreffer. Maar de deeltitels waren
lastiger.
Terwijl ik schreef was voor deel 1 de werktitel
tijdenlang gewoon ‘Mirabel’ (naar het hoofdpersonage). Pas toen ik wilde gaan
insturen naar uitgeverijen ging ik eens goed nadenken over een titel, die het
niet is geworden. We hebben er toen lang over gebrainstormd, en ‘Een kracht
ontwaakt’ was uiteindelijk een ingeving van mijn toenmalige redactrice.
Voor deel 2 hadden we eerst een titel bedacht die daarbij
paste (‘De tol van macht’), maar daar was ik niet helemaal tevreden mee.
Terwijl ik het manuscript na een redactieronde zat te herwerken zag ik de
woorden van ‘De schaduw van de sha’ ineens ergens op een bladzijde staan en ik
dacht ‘Ja! Dat is het.’
De titel van deel 3 was een idee van mijn man. De woorden
komen al ergens in deel 1 een keer heel onopvallend voor en hij had meteen iets
van: ‘Dat is de titel van je slotdeel.’
Hoe zijn de covers bij Lannoo tot stand
gekomen? Voor Koninklijke magie bij Hamley Books las ik dat je mee bij het
proces betrokken bent en heel veel elementen hebt bijgedragen. De kleurrijke
cover is ook de perfecte afsluiter maar als het deze niet zou zijn had je dan
nog een plan B en waarom?
Bij Lannoo mocht ik telkens een moodboard aanleveren en op basis daarvan is de vormgever aan de slag gegaan en hebben we nog gebrainstormd over eventuele verbeteringen. Op deel 1 is op die manier bijvoorbeeld het stadsgezicht erbij gekomen, dat ik suggereerde omdat ik de urban vibe miste.
Voor deel 3 wilden we aansluiten bij de eerste delen,
maar met een sterkere magische sfeer. Ik vind dat de vormgeefster topwerk heeft
afgeleverd! Omdat we die link zeker wilden behouden was er dus niet echt een
plan B. We hebben vooral wat zitten spelen met diverse vrouwenfiguren, poorten
en de beelden daarin, om zo goed mogelijk aan te sluiten bij wat er in dit deel
gebeurt.
Je creëert je verhalen rond je personage. Was
Mirabel dan de eerste die je binnenviel? Of wie was het?
Dat heb ik al een beetje verklapt met mijn werktitel voor
deel 1 denk ik. :-) Mirabel was inderdaad het personage dat het verhaal van
Overstekers bij mij heeft gebracht. Ze schoot mijn hoofd binnen: een jonge
vrouw die haar familie, haar thuis én haar magische wereld had verlaten en daar
liefst niet meer aan herinnerd wilde worden… maar wel te pas en te onpas door
mythologische wezens om hulp werd gevraagd, en ook geen nee tegen hen kon
zeggen.
Hoe ben je op de namen van de personages gekomen?
Namen zijn net als personages belangrijk voor mij. Ze
moeten goed klinken en goed voelen. Er zijn twee manieren waarop mijn
personages een naam kunnen krijgen.
Optie 1: ze brengen hun naam zelf mee. Zodra ik het
personage bedenk heeft het een naam. Dat was bijvoorbeeld bij Mirabel zo. In
mijn eerste hoofdstukken was dat naar mijn idee een ‘voorlopige’ naam. Ik had
toen nog niet veel schrijfervaring en wist toen nog niet zo goed hoe het
werkte: mijn personages laten zich hun naam niet zomaar weer afpakken.
Optie 2: ik zie het personage vaag voor me en ik moet het
met een naam dichterbij roepen als het ware.
Dan ga ik spelen met namen die ik ken, en vooral ook met
betekenissen van namen en andere woorden.
Worldbuilding speelt ook een rol: de kerberiden, die
bijna een soort krijgersklasse zijn, hebben bijvoorbeeld allemaal vrij
gelijkklinkende namen, in een bijna militaristische orde. Daarnaast zijn in
Overstekers bepaalde niet-menselijke wezens al generaties in de mensenwereld,
en met name in bepaalde delen van de wereld. Hun wens om te integreren heeft
dan ook hun naamgeving beïnvloed (en vice versa, hun aanwezigheid de taal en
cultuur om hen heen). Op die manier is bijvoorbeeld Ris – Aristokles – als faun
die in de mensenwereld is geboren aan zijn Grieks klinkende naam gekomen.
Nu bij deel drie durf ik eindelijk te zeggen dat ik Ronban een geweldig karakter vind. Waarop heb je dit magische wezen gebaseerd? De schakering tussen licht en donker vind ik schitterend gedaan. Ik blijf nog steeds hopen dat hij vervloekt is en dat deze betovering verdwijnt. Als ik het laatste deel uit heb, zal ik het hopelijk weten want dit fascineert me mateloos.
Dat is geweldig om te horen, want hij is ook absoluut een
van mijn eigen favoriete personages. Hij is een daimon, een wezen dat ontstaan
is uit mijn liefde voor de achtergrond van woorden en begrippen. Wij kennen
‘demonen’ als duistere wezens, maar het oorspronkelijke Griekse woord is
eigenlijk een begrip dat werd gebruikt voor een goede geleidgeest, een wezen
dat iemand inspireerde.
Tegenstellingen die elkaar raken fascineren mij altijd,
en tegenstellingen binnen één woord? Onweerstaanbaar. Mijn brein blijft daar
dan mee bezig en voegt er puzzelstukjes aan toe: verhalen als Faust, het
gegeven van deals met de duivel maken, gevaarlijke geschenken, verhalen over
demonen oproepen en de dreigende vraag wie op zo’n moment eigenlijk de macht
heeft…
Meestal is het degene die de deal sluit die de hoofdrol
speelt in zo’n verhaal. Toen ik met Overstekers bezig was, zag ik Ronban ook
eerst vooral door de ogen van Mirabel, maar het werd me meteen duidelijk dat
hij ook een verhaal van zichzelf had…
Zijn er bepaalde scènes die gesneuveld zijn
in je boeken waarvan je denkt, deze hadden er eigenlijk toch in moeten blijven
staan?
Leuke vraag! Als ik erop terugkijk dan weet ik wel dat
bijna alles wat ik geschrapt heb er niet per se hoefde te staan, en het verhaal
vertraagd zou hebben. Maar dat wil niet zeggen dat sommige stukjes niet
pijnlijk waren om te schrappen.
In deel 2 is er bijvoorbeeld op het einde een stukje
(oei, oppassen dat ik niet spoiler) waarin iemand Mirabel iets teruggeeft. Dat
wordt nu in twee zinnen verteld, maar was oorspronkelijk een scène. Eén van
mijn proeflezers heeft me daarover ook verteld dat ze het heel jammer vindt dat
die verdwenen is.
Wat is je favoriete hoofdstuk uit heel de
serie?
Dat is een moeilijke zeg! Ik heb veel favoriete stukjes,
maar om me nu even tot deel 3 te beperken: hoofdstuk 36-37 behoren absoluut tot
mijn top 3.
Petra, je geeft creatieve workshops over
mythen, sagen en sprookjes en hun betekenis nu.
Welke workshop staat nog op je verlanglijstje
om te geven?
Ik zag ook dat je zelf ook graag bijleert dus
welke workshop zou je zelf nog graag volgen?
Hoe verloopt dit nu in deze tijd? Online of…?
Het is al een poosje geleden dat ik nog een workshop heb
gegeven. Maar er staan er inderdaad nog een hele resem op mijn verlanglijstje!
Waar ik nu spontaan aan denk – die stond dus nog niet eens op de lijst, al weet
ik niet hoe dat kan – is de mythe van Orpheus. Die dient als achtergrond voor
de nieuwe boekenserie waar ik mee bezig ben, en zit ook bomvol interessante
symbolische elementen.
Grappig genoeg volg ik zelf niet zo vaak workshops, ik
ben een echte solo-student. Zo heb ik begin vorig jaar de online MOOC-cursus
‘Discovering Greek & Roman Cities’ gevolgd, over de rol van steden in de
oudheid, machtig interessant.
Voor de toekomst… Tijdens mijn studie heb ik ook
verschillende filosofievakken gehad, ik zou me graag nog eens wat dieper in het
werk van bepaalde filosfen verdiepen. Als het op echte workshops aankomt: ik
werkte altijd graag met klei maar heb er nooit les in gehad. Een workshop
boetseren lijkt me wel eens leuk!
Zie je ook positieve dingen gebeuren in deze
nare tijd?
Wat mis je als auteur en privé?
Ja, voor mij zijn er zeker ook positieve punten. Ik ben
een introvert en dat betekende dat al dat ‘nergens heen mogen, thuis moeten
blijven’ eigenlijk wel een verademing was. Aanvankelijk voelde ik me daar een
beetje schuldig om – hoe kon ik daar nu van genieten, terwijl zoveel mensen het
moeilijk hadden? Uiteindelijk besloot ik om er maar gewoon dankbaar om te zijn,
er was/is al ellende genoeg zonder je slecht te gaan voelen over zilveren
randjes aan onweerswolken.
Ik mis natuurlijk wel dingen. Close vriendinnen verlies
je niet doordat gesprekken zich naar Whatsapp verplaatsen, maar het is
moeilijker om gewoon even in stilte samen te ‘zijn’ als iemand het moeilijk
heeft, om van een knuffel nog maar te zwijgen.
Als auteur staan de fantasyfestivals, signeersessies en
het bijhorende contact met lezers hoog op de lijst.
De kracht van taal kan heel veel bereiken of
vernietigen. Is er een boodschap die jij nu zou willen delen in deze rare tijd?
Daar heb je zeker gelijk in. Als je elkaar niet live kunt
zien is taal iets nog krachtigers, het zorgt ervoor dat je toch nog even
dichtbij kunt zijn, of iemand iets kunt geven. Met geschreven communicatie moet
je soms wat meer inlevingsvermogen opbrengen, omdat je alleen de woorden krijgt
en niet de toon van de muziek. Context is alles dus als iets raar aankomt, is
het een goed idee om er eerst vanuit te gaan dat je die misschien mist. Dat is
natuurlijk ook één van de grote thema’s in Overstekers…
Maar als er één boodschap is die ik mag delen… dan zou ik
toch van de andere kant willen vertrekken.
Ik kreeg vanmorgen namelijk toevallig een berichtje van
een lezeres: dat ze hoopte dat ik het niet vervelend vond dat ze mij even
persoonlijk wilde zeggen hoe ze had genoten van Overstekers, dat de boeken haar
helemaal had meegenomen en dat ze het zo jammer vond dat de serie nu echt
afgelopen was. Mijn dag begon met een gigantische glimlach op mijn gezicht en
kon niet meer stuk.
Dus nee, natuurlijk vond ik dat niet vervelend! Het gekke
is: ik weet hoe leuk het is om zoiets te horen en toch voel ik diezelfde
schroom om zoiets tegen een ander die ik niet (goed) ken te zeggen.
Ik denk dat we zeker in deze tijden allemaal wat extra
positiviteit kunnen gebruiken, dus ik zou zeggen: hou positieve gedachtes niet
voor je. Je ziet het misschien niet altijd, maar het heeft altijd een
verderdragend effect dan je denkt!
Je studeerde Kunst en cultuurwetenschappen.
Had je nog een andere keuze toen als het die niet geworden zou zijn of was je
dadelijk zeker van je keuze?
Psychologie was een hele sterke tweede mogelijkheid, ik
heb lang geaarzeld tussen die twee. Daarnaast was een talenstudie ook zeker een
optie geweest.
Je leeft voor woorden en toch duurde het een
tijd voor ze op papier kwamen. Heb je misschien ooit een manuscript ingestuurd
dat niet gepubliceerd werd?
Ik ben eerder wel aan boeken begonnen, maar had, op
welgeteld één kortverhaal na, nooit iets afgerond. Pas met Overstekers had ik
iets dat ik naar mijn gevoel absoluut moest afmaken, en waarover ik me – na
heel, heel veel aanmoediging van mijn omgeving – zeker genoeg voelde om het in
te sturen.
Ben je een tikkeltje onzeker of
perfectionistisch?
Tot niet zo lang geleden had ik het begrip perfectionisme
nooit betrokken op mezelf. Ik hou bijvoorbeeld van bakken, maar ik ben niet zo
iemand van de spiegelgadde glazuurlaagjes en ‘leg er een liniaal naast’.
Het is pas door serieus met schrijven bezig te zijn dat
ik me bewust ben geworden van mijn perfectionisme. Ik heb geen rust voor ik er
zeker van ben dat alle puzzelstukjes kloppen, elke motivatie logisch is, de
emotie overal goed zit, … daar lig ik in bepaalde fases echt wakker van,
omdat alle onderdelen maar in mijn hoofd blijven malen. En ik ben daarbij heel
kritisch: ik gebruik nooit zomaar mijn eerste idee (ook al wordt dat het soms
uiteindelijk wel, omdat het toch het beste was).
Op microniveau is het al even erg: in mijn zinnen wil ik
geen woord te veel, woorden die herhaald worden wil ik niet, personages moeten
klinken als zichzelf, en elk woord moet ook het juiste woord zijn. Dat laatste
gaat tijdens het schrijven vanzelf, maar zorgt soms voor ellenlang gepeins als
een redacteur een woord wil aanpassen. (Nee, vliegensvlug is niet hetzelfde als
watervlug!)
Hoe beslis je om te zeggen het boek is nu af,
luister je dan naar anderen of beslis je dit vanuit je buikgevoel?
Een combinatie van beide. Op een gegeven moment voel ik
dat ik een soort eindpunt bereikt heb. Dan gaat het boek naar proeflezers en
negeer ik het zelf een tijdje. Daarna ga ik met frisse blik herwerken tot ik
weet dat ik het niet beter kan maken… en laat ik nieuwe proeflezers lezen.
Wanneer die er alleen nog details uithalen, weet ik dat het goed zit.
Zelf kan ik eigenlijk eindeloos ideeën blijven krijgen
voor een boek, maar rationeel gezien weet ik dat je op een gegeven moment
alleen nog gaat veranderen, niet per se verbeteren.
Hoe ga je om met kritiek of complimentjes?
Respectvolle kritiek is nuttig, dus daar probeer ik
altijd van te leren. Ik ben mijn eigen grootste criticus, dus ik ben gewend om
streng naar mijn eigen werk te kijken.
Dat gezegd zijnde: mijn innerlijke schrijver kan niet
schrijven als mijn inerlijke criticus/redacteur meekijkt. Dan raak ik mijn
gevoel voor het verhaal kwijt. Dus in mijn schrijfmodus-maanden, wanneer ik de
eerste versie van een boek aan het schrijven ben, sluit ik mijn innerlijke
redacteur op in een kast, samen met kritische opmerkingen van anderen. Die
mogen er in de volgende fase pas weer bij.
Complimentjes… ik ben echt zo’n blozende stotteraar als
iemand mij een complimentje geeft. Ik verwacht het namelijk nooit. Stukje bij
beetje probeer ik mezelf aan te leren om iemand gewoon te bedanken.
Complimentjes voor mijn schrijfwerk zijn makkelijker in die zin dat ze ook
voelen als mooie woorden over mijn personages, dus daar kan mijn innerlijke
schrijver wat onbevangener over stralen (ja, ik weet dat ik onderhand klink
alsof ik een gespleten persoonlijkheid heb ;-) ).
Loslaten van je verhalen is blijkbaar niet
eenvoudig. Ik kan me dit heel goed voorstellen omdat je misschien een stuk van
je personage bent tijdens het schrijven. Hoe doe je dit toch?
Ik heb er nog niet één goede manier voor gevonden, om
eerlijk te zijn. Een boek waar ik aan werk kan mij helemaal beheersen, zeker in
de eindfase. Dat was met Koninklijke magie (drie)dubbel zo erg. Het helpt om
wat hele andere dingen te gaan doen, zo concreet mogelijk: naar buiten gaan, in
de natuur zijn, iets bakken, verwaarloosde huishoudklussen doen, weer echte
gesprekken met mensen voeren in plaats van de helft van de tijd ergens anders
te zijn en in de leegte te staren…
Naast het schrijven van korte verhalen en je
trilogie schreef je vroeger gedichten. Doe je dit nog steeds en geen plannen om
daar ooit iets mee te doen?
Gedichten schrijf ik momenteel nog maar zelden, alleen
als het in een verhaal te pas komt (zoals onlangs een liedtekst voor mijn
kortverhaal Het Winterpaleis). Wel is er momenteel een dichtbundeltje in de
maak dat in maart verschijnt als deel van een groter project: De 366ste
dag (boek, cd, dichtbundel).
Je leest zelf ook heel veel van fantasy en
kinderverhalen tot chicklit en soms een historische roman. Zijn dit genres die
je je jezelf ook ziet schrijven of blijf je liever bij het lezen van deze?
Soms denk ik er wel eens over na, ja! Ik houd enorm van
het fantasygenre, dus ik denk dat dat altijd mijn belangrijkste focus zal
blijven… en het is ook wel fijn om genres te hebben waar ik alleen als lezer van geniet. Maar mijn romantische kantje heb
ik al wel eens een uitlaatklep gegeven: onder het pseudoniem Laura Van Dyck
bracht ik vorig jaar een chicklit uit.
Sophie Kinsella is één van jouw favoriete
auteurs en dat is bij mij net zo. Kan je zeggen waarom zij je favoriet is en
zijn er misschien nog andere pareltjes in dit genre?
Haar gevoel voor humor! Ik vind het heerlijk als een boek
me hardop kan laten lachen en daar slaagt zij keer op keer in. Ze zet haar
personages ook zo intens menselijk neer dat je je keihard inleeft, hoe anders
ze ook zijn. Ik hou bijvoorbeeld niet eens van shoppen, maar ik heb intens
genoten van haar Shopaholic-serie. De boeken zijn luchtig, maar er
klinken toch mooie dingen in door: mededogen, zelfkennis, groei, jezelf krediet
durven geven, het onvoorwaardelijke van liefde.
Ik vind haar eigenlijk vrij uniek in het genre. Als ik
verderdenk op de humor, dan heb ik onlangs erg genoten van een chicklit van
eigen bodem, van Vanessa Gerrits: Leef, lach, loch. Mag er ook een vleugje
fantasy bij, dan is de Parasol Protectorate-serie van Gail Carriger een
aanrader: romantiek, droge Britse humor, vampiers en weerwolven.
Welk genre lees je niet maar wil je nog wel
ontdekken en is er een genre dat je niet graag leest?
Phoe, ik kan even geen genre bedenken dat ik nog nooit
heb geprobeerd… ik heb denk ik alles ooit wel een kans gegeven. Ik hou absoluut
niet van horror en bloederige seriemoordenaarthrillers. Oorlogsromans zijn ook
niet mijn ding en waargebeurde verhalen maar heel, héél zelden.
Hoe bewaar jij het overzicht in je
boekenkast? Als bookaholic kamp ik met plaatsgebrek en ik vraag me af of jij
een goede tip hebt voor mij? Ik kan ook geen boeken wegdoen. Heb jij dit ook?
Hoe pak je dit dan aan?
Als je ooit de ultieme tip krijgt, laat het mij weten! Ik
heb exact hetzelfde probleem dat ik momenteel ‘oplos’ door achter de rijen
boeken in mijn kast een tweede rij te zetten. Om de paar jaar probeer ik mezelf
ervan te overtuigen om eens flink te snoeien. Dan haal ik er hoogstens een
dubbel exemplaar uit dat ik met trillende vingers in de doos voor de
Kringwinkel doe en prop ik wat andere boeken in een doos die op zolder belandt.
Lees je ook e- books en luister je ook wel
eens naar boeken of blijf je bij het vertrouwde papieren exemplaar?
Na lang koppig tegenstand bieden heb ik de e-books dan
toch mondjesmaat binngenlaten. Sommige boeken zijn alleen als e-book
beschikbaar en gezien de staat van mijn boekenkasten (zie hierboven) is dat
misschien maar beter ook. Luisterboeken vind ik heerlijk tijdens lange
autoritten in mijn eentje, of tijdens vervelende huishoudelijke taakjes.
Naast lezen en schrijven hou je erg van
gezelschapsspelen en fantasy evenementen. Wat is je favoriete kledij om naar
Elftopia te gaan bijvoorbeeld?
Ik denk dan toch mijn laatste creatie. Mijn man en ik
hebben onze kostuums gebaseerd op de sun elves en moon elves in een van de
edities van Dungeons & Dragons (een coöperatief gezelschapsspel).
Heb je een favoriet gezelschapsspel en
waarom?
Je bakt ook graag en ik vroeg me af of we
ooit een bakboek kunnen verwachten. Ga je dan voor gezond of lekker sweet of
een mix van beide?
Dat lijkt me heel leuk om te doen! En dan liefst met een
combinatie van beide, want zo bak ik ook.
Ik las dat je dit jaar een young adult
'Kinderen van Orpheus' uitbrengt.
Is er nu ook een idee van waaruit dit boek
ontstaan is?
Wordt dit een standalone of mag ik me
verheugen op meer delen?
Klopt, voorzien voor najaar 2021. Het wordt het eerste
deel van een nieuwe trilogie (ik kon het toch echt niet laten). Het
achtergrondidee is de legende van Orpheus, de mythische bard die met zijn
muziek rotsen in beweging kon brengen, wilde dieren kalmeerde en bijna zijn
geliefde uit de onderwereld had weten te redden.
In de serie is zijn magie opgesplitst geraakt in delen,
en zijn er mensen die geboren worden met zo’n deeltje van Orpheus’ magie. Zij
zetten een oude strijd tegen een duistere kracht verder.
Het verhaal gaat opnieuw over mythologie met
nu een connectie met muziek, was dat een bewuste keuze of is het gewoon zo
gegroeid tijdens je schrijfproces?
Muziek is belangrijk voor mij, ik ben ook opgegroeid in
een heel muzikaal huishouden. Als ik naar mijn andere boeken en verhalen kijk,
dan zie ik dat muziek er bijna altijd in één of andere vorm, al is het maar heel
klein, bij te pas komt. Het was niet echt een bewuste keuze, het idee kreeg me
samen met het hoofdpersonage te pakken en ik wist: ja, daar wil iets mee doen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten