Deze week heb ik voor het eerst sinds augustus 2015 een weekje vakantie – het begint al goed met een bezoekje aan de lezing van Griet Op de Beeck en hoewel ik van plan ben verder vrij weinig actiefs te ondernemen (nou ja, heel veel lezen en koffie drinken - mijn idee van ontspanning), staat er nog een cultureel uitstapje op het programma: de tentoonstelling David Bowie Is in het Groninger Museum.
Ik ben een van de vele vrouwen die in de jaren 80 opgroeiden en daar voor het eerst kennis maakten met David Bowie, in de rol
van koning Jareth, met z'n grijze maillot. Sindsdien ben ik altijd fan gebleven, van zijn muziek en van de vernieuwende, creatieve en steeds weer veranderende stijl van Bowie.
Het bezoeken van de tentoonstelling veranderde
van een vaag plan in een soort noodzaak. Nog even genieten van de muziek, de kostuums, de man, dat idee. Ik was benieuwd wat ze ervan zouden maken, wat er te zien zou zijn. Dus nam ik me voor om een kaartje te kopen – bij mij heeft zo'n voornemen altijd even een incubatietijd nodig, maar dan heb je ook wat.
Op dinsdagochtend toog ik zonder enige verwachting richting Groningen. Dit keer geen kans op verdwalen, want het museum ligt vrijwel direct tegenover het centraal station. Het plan was om me op te frissen bij het museum en nog even een hapje te eten in het restaurant daar, voordat het tijdvak waar ik een kaartje voor had zou beginnen, maar dat was iets te optimistisch gedacht; het restaurant zat hartstikke vol. Ik nam genoegen met een broodje bij de Appie en hoopte dat de drukte te maken had met andere tentoonstellingen, maar helaas. Zelfs op een doordeweekse dag buiten vakantietijd is David Bowie Is dus behoorlijk populair, wat natuurlijk niet gek is maar wel jammer, omdat de tentoonstelling is opgezet in redelijk kleine ruimtes. Dat werkt niet altijd even goed, zeker niet als jij 1 meter 65 bent en je op de een of andere manier alleen maar mensen van 1 meter 80 en hoger treft. Maar goed, je kunt niet alles hebben.
In de verschillende ruimtes spelen een of meerdere periodes uit of aspecten van Bowie's carrière de hoofdrol, bijvoorbeeld zijn jeugd en eerste muzikale ondernemingen of zijn Berlijn-periode, om maar wat te noemen.
De hoeveelheid voorwerpen/rekwisieten is daarbij aangenaam verrassend! Foto's (bijv. van Bowie als baby van 10 maanden), brieven, schilderijen die Bowie maakte (van Iggy Pop), vele pagina's met songteksten, en ook kostuums en accessoires uit zijn video's en films zijn in glazen vitrines geordend, for your enjoyment. Er was zelfs een hele muur gewijd aan de cut-up techniek die hij gebruikte, met videobeelden, een cut-up set en voorbeelden op papier.
The Archer, John Rowlands
Wat kostuums betreft was alles te bewonderen, van de nauwsluitende tricot van Ziggy Stardust tot de jas met puntige schouders uit Little Wonder; alles gedrapeerd op paspoppen voorzien van een David Bowie masker. Aan het begin van de tentoonstelling is ook een van mijn favorieten, het gestreepte bodysuit dat Kansai Yamamoto voor Bowie ontwierp, te bewonderen.
Het poppenpaartje van o.a. de muziekvideo voor Where Are We Now? was een bijzonder rekwisiet om in het echt te zien, maar het mooiste vond ik toch de rijzweep en kristallen bol uit Labyrinth (de wederhelft riep meteen 'echt nep!' maar ik zweer erbij dat het de echte waren en oh wee wie me dat wil ontnemen). Fans kunnen serieus hun hart ophalen aan de hoeveelheid materiaal, als ze net zulke grote nerds zijn als ik.
De audiogids was trouwens ook ideaal. Wanneer hij het deed dan.
Het enige grote nadeel vond ik de laatste ruimte. Deze dient als een soort concertzaal. Ook hier zijn een soort paspoppen met kostuums neergezet; mensen kunnen hier gaan zitten en kijken naar optredens – althans, dat denk ik, ik was hier maar heel, heel even. Het is namelijk een leuk idee (en goed begaanbaar voor mensen in een rolstoel!), maar het hoge volume is een probleem. Ik ben vast niet de enige die gevoelig is voor bepaalde prikkels en voor wie veel lawaai een aanslag is op het lichaam. Ik ga redelijk vaak naar concerten, maar heb daar de nodige voorbereidingen voor nodig. Ik wist dan ook niet hoe snel ik me uit de voeten moest maken – niet echt een prettige afsluiting van een voor de rest behoorlijk geslaagd museumbezoek.
Behalve dat minpuntje is David Bowie Is gewoonweg een mooie tentoonstelling, die een goed overzicht geeft van de creatieve carrière van Bowie. Ik vond het heerlijk om een uur te kunnen ronddwalen in de wereld van 'De Bow' en ben het Groninger Museum dankbaar dat ze de tentoonstelling hebben verlengd. Als je de kans krijgt om voor 10 april naar David Bowie Is te gaan, dan zou ik dat zeker doen. De drukte en de wat rommelige looproute moet je maar voor lief nemen, want hoe vaak krijg je nou de kans om zoveel Bowie bij elkaar te zien?
Yfke
Geen opmerkingen:
Een reactie posten